Zwarte lijst van misleidende handelspraktijken uitgebreid

Nu de zogenaamde ‘Omnibus’-richtlijn opgenomen is in het Wetboek van Economisch Recht (“WER”), dienen de ondernemingen zich sinds 28 mei 2022 te houden aan de nieuwe verplichtingen, die vooral bedoeld zijn om de consumenten te beschermen in het kader van de digitale economie (prijsverlagingen, aanvullende informatie bij overeenkomsten gesloten op afstand, nieuwe verplichtingen voor onlinemarktplaatsen, nieuwe sancties, edm).

Een van de vele nieuwigheden is dat de zogenoemde “zwarte lijst” (de lijst in het WER met handelspraktijken die in alle omstandigheden als oneerlijk beschouwd worden) is aangevuld met vier nieuwe handelingen, zijnde:

  • het niet meedelen dat de rangschikking van de producten in de zoekresultaten het resultaat is van betaalde advertenties of van een betaling die specifiek verricht is om een hogere rangschikking te verkrijgen;
  • het beweren dat productrecensies afkomstig zijn van consumenten die het product daadwerkelijk hebben gebruikt of gekocht, zonder dat redelijke en evenredige stappen zijn genomen om te controleren dat dit wel het geval is;
  • het sponsoren van valse recensies of aanbevelingen of het geven van een foutieve voorstelling van recensies en aanbevelingen om op die manier producten te promoten; of
  • de wederverkoop van tickets voor evenementen aan consumenten, indien de verkoper deze tickets heeft verworven door gebruikmaking van een geautomatiseerd middel tot omzeiling van een beperking van het aantal tickets dat een persoon mag kopen of van enige andere regel die op de aankoop van tickets van toepassing is. 


Afgezien van bovenvermelde veranderingen, verbiedt artikel VI.98, lid 3 WER voortaan ook misleidende handelspraktijken die het volgende behelzen: “marketing van een goed in één lidstaat als zijnde identiek aan een goed dat in andere lidstaten wordt gemarket, terwijl de samenstelling of kenmerken van dat goed aanzienlijk verschillen, tenzij dit gerechtvaardigd is op grond van legitieme en objectieve factoren.” De wetgever wil hiermee een antwoord bieden op de moeilijkheden die het gevolg zijn van de “dubbele kwaliteit van goederen”, met name inzake voedingsmiddelen.

Als gevolg van deze wijzigingen in het WER zullen ondernemingen hun contractuele voorwaarden en sommige van hun promotie- of verkooppraktijken moeten herzien.

Voor meer informatie over dit onderwerp, aarzel niet om contact op te nemen met Meester Guillaume RUE.

Met onze vriendelijke groeten.
Het Cairn Legal Team