Nieuwe ontwikkelingen inzake de kwalificatie van een bestuurder van een vennootschap als “onderneming”

Bij vonnis van 24 mei 2022 heeft de Ondernemingsrechtbank  te Luik, afdeling Namen, onderzocht of een bestuurder van een vennootschap als een onderneming kan worden beschouwd in het licht van de door het Hof van Cassatie in zijn arrest van 18 maart 2022 uiteengezette criteria’s.

Met dit arrest van maart 2022 leek het Hof van Cassatie de doodsteek te hebben gegeven aan de meerderheidsrechtspraak volgens welke de bestuurder natuurlijke persoon automatisch als een onderneming werd beschouwd. Het Hof herinnerde eraan dat de bestuurder, om als zodanig te worden aangemerkt, moet aantonen dat hij over een eigen organisatie beschikt, bestaande uit een geheel van materiële, financiële of menselijke middelen met het oog op de zelfstandige uitoefening van de beroepsactiviteit.  Dit zal zelden het geval zijn voor een mandataris, die meestal geniet van de organisatie die is opgezet door de rechtspersoon die hem heeft aangesteld.

Op 24 mei 2022 heeft de Ondernemingsrechtbank echter naar aanleiding van een betwisting gevoerd door een curator tegen een vonnis waarbij een bestuurder failliet werd verklaard, het begrip “onderneming” heronderzocht in de zin van artikel I.1, 1° van het Wetboek van economisch recht, zoals geïnterpreteerd in het voormeld cassatiearrest van 18 maart 2022.

In deze zaak weigerde de rechtbank het standpunt van de curator te volgen waarin hij meende dat er geen sprake was van een eigen organisatie van de bestuurder, aangezien hij zijn ondernemingen alleen beheerde, zijn mandaten vergoed werden, hij onderworpen was aan het socialezekerheidsstelsel voor zelfstandigen en een vereenvoudigde boekhouding voerde, waarbij als enige bron van beroepsinkomsten zijn vergoeding als bestuurder was aangegeven. Voorts oordeelde de rechtbank dat het ontbreken van een eigen computer, telefoon of voertuig, zoals door de curator werd benadrukt, in het tijdperk van de leasings en bedrijfsauto’s niet doorslaggevend was.

Dit vonnis relativeert dus de weerslag van het arrest van het Hof van Cassatie van maart 2022 door de deuren van boek XX van het Wetboek economisch recht betreffende de insolventie van ondernemingen  te (her)openen voor bestuurders van vennootschappen die als natuurlijke personen optreden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Virginie Schoonheyt

Het Cairn legal team