Pop-up Decreet : Vlaams gewest wijzigt de handelshuurwet

Op 1 september 2016 is het decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht in werking getreden. Dit decreet wordt ook wel “Pop-up decreet” genoemd.

Met het decreet maakt het Vlaams Gewest gebruik van de bevoegdheid inzake huur die na de laatste staatshervorming aan de gewesten werd toegekend.

Meerbepaald, is het vanaf 1 september 2016 in het Vlaams Gewest mogelijk om een handelshuurovereenkomst te sluiten voor een duur van minder dan één jaar, zonder dat de handelshuurwet van toepassing is.

Vóór dit decreet, was het riskant om een handelspand voor korte termijn te (ver)huren, gezien in principe de handelshuurwet moet worden toegepast, die voorziet in een minimumduur van negen jaar.

De economische realiteit toonde aan dat dit in sommige gevallen als te stringent werd ervaren, waardoor partijen in dat geval een beroep deden op de niet uitdrukkelijk geregelde overeenkomst van de “bezetting ter bede”, welke evenwel geen honderd procent rechtszekerheid biedt, bijvoorbeeld in geval van eigendomsoverdracht van het pand, of bij overschrijding van de overeengekomen duur.

Deze nieuwe regelgeving biedt nu een rechtszeker kader, dat van toepassing is wanneer de partijen uitdrukkelijk schriftelijk overeenkomen dat hun handelshuur wordt gesloten voor een duur van minder dan één jaar. De regelgeving is huurdersvriendelijk in die zin dat zij in een opzegmogelijkheid voor de huurder voorziet van één maand, waar de verhuurder geen opzegmogelijkheid heeft. Verder is het van belang te onderstrepen dat zij specifieke regels voorziet inzake huurlasten, het lot van verbouwingen, de gevolgen van overdracht / onderhuur, en bescherming tegen uitwinning in geval van eigendomsoverdracht van het pand.

Het is nu afwachten of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest eveneens dergelijke regeling zullen stemmen. In afwachting hiervan, zal in deze gewesten, indien men een handelspand voor korte termijn wenst te (ver)huren, nog steeds een beroep moeten worden gedaan op een zgn. overeenkomst inzake bezetting ter bede, al dan niet gepaard met een schriftelijk beëindigingsakkoord gesloten voorafgaand aan de overeenkomst, dat voor notaris of Vrederechter wordt bekrachtigd teneinde zekerheid te hebben over het einde van de huur.

Indien u meer informatie wenst over dit onderwerp, aarzel dan niet om Mr. Jonas DERYCKERE te contacteren (jonas.deryckere@cairnlegal.be).

Met vriendelijke groeten.

Het Cairn Legal Team